Vroegere adressen

Om te kunnen achterhalen waar vroegere familieleden hebben gewoond kan je gebruik maken van een aantal bronnen. Zo wordt er in doop-, trouw- of overlijdensakten soms een adres genoemd of in ieder geval een wijknaam en soms een perceelnummer.
Daarnaast is er het bevolkingsregister. 

Bevolkingsregister
Bij Koninklijk besluit is bepaald dat per 1 januari 1850 een bevolkingsregister moest worden aangelegd. Op basis van dit register vond er iedere tien jaar een volkstelling plaats. In het register zijn zogenaamde gezinsbladen opgenomen welke uit diverse kolommen bestaat. Hieronder een voorbeeld van een dergelijk gezinsblad.

Gezinsblad Martinus Swinkels

Op het gezinsblad werden de naam en gegevens van het gezinshoofd genoteerd en, indien van toepassing, de namen en gegevens van de echtgenote, kinderen en inwonend huispersoneel of inwonende familieleden en andere bewoners. Alle mutaties in de gezinssamenstelling werden in deze registers bijgehouden.
Een persoon kan meerdere keren op het blad voorkomen. Als iemand het gezin verliet en later terugkeerde werd deze persoon opnieuw onderaan bijgeschreven met een nieuw volgnummer. Voor zover dit nog niet gedaan was, werden de oude gegevens doorgestreept om aan te geven dat die regel van het blad afgehandeld was. Bij vertrek van een compleet gezin uit de gemeente, of wanneer alle personen op het gezinsblad afzonderlijk werden uitgeschreven, werd een diagonale streep door alle namen tegelijk gezet.

In 1920 ontstonden de gezinskaarten en in 1939 de persoonskaarten. In het archief van Tilburg zijn deze oranje/bruin gekleurde kaarten te vinden in het jaar 1921. Hieronder een voorbeeld van een gezinskaart uit 1921.

Gezinskaart Hamers 1921

Huisnummers
Huisnummers (met wijknummers) bestaan al sinds 1736. Met de invoering van het bevolkingsregister werden huisnummers echt ingevoerd en geregistreerd. Deze zijn op het gezinsblad verwerkt onder de kolom 'huizing'. In 1850 waren de registers ingericht op wijk en kreeg ieder huis in die wijk een nummer. In het voorbeeld hierboven woonde Martinus in wijk B huis nummer 847. Mocht er een extra huis gebouwd worden tussen bijvoorbeeld 847 en 848 dan kreeg deze het nummer 847a. Als een register na 10 jaar werd afgesloten werd de nummering overgezet in het nieuwe register en direct aangepast. Zo bleef Martinus na correctie op 847 wonen maar werd 847a aangepast naar 848. De oorspronkelijke familie op 848 kreeg vervolgens het nummer 849. De huisnummers lijken op perceelnummers maar hebben in het geheel niets met elkaar van doen. 

In Tilburg werden in 1880 de eerste straatnaambordjes ingevoerd. Tilburg bestond toen uit 13 wijken en in 1889 zelfs uit 14. Pas in 1910 ging men over tot straatgewijze nummering. De straten liepen hierbij van noord naar zuid en van oost naar west, met de oneven nummers aan de rechterzijde en de even nummers aan de linkerzijde. alleen bij pleinen werd doorlopend genummerd. Dit is de nummering zoals deze heden ten dage nog steeds wordt toegepast.
Er zijn omnummeringslijsten ontwikkeld die gebaseerd zijn op de volkstellingregisters van 1890, 1900 en 1910.

In 1890 waren de wijken in Tilburg als volgt:

  • A.  Oerle en Broekhoven

  • B.  Korvel

  • C. Laar en Berkdijk

  • D. Reit.

  • E. Reitsche Hoeven

  • F. Hasselt

  • G. Stokhasselt

  • H. Goirke

  • I.  Heikant

  • K.  Veldhoven

  • L. Groeseind

  • M.  Kerk

  • N.  Heuvel

  • O.  Loven en Koningshoeven

Adresboeken
Nadat in 1850 de huisnummers werden genoteerd ontstonden er ook adresboeken, de voorloper van de telefoonboeken. In het begin stonden hier alleen grote bedrijven in zoals ook blijkt uit een Tilburgs adresboek uit 1865. Later werd ook de gewone mens genoemd getuige het voorbeeld uit een adresboek van 1879. Deze adresboeken vormen een goede basis om uiteraard adressen te achterhalen maar ook de beroepen van familieleden.

Voorbeeld adresboek Tilburg 1879

Udenhout
Omdat de familie Hamers grotendeels uit Udenhout kwam is het ook interessant te weten waar zij gewoond hebben. Het volgende valt te lezen op 'Wiki midden Brabant':

Omstreeks 1800 is een nieuwe wijkindeling vastgesteld, waarbij men zich leiden door de twee doorgaande wegen van het dorp, de ene doorgaande weg is die van Kreitenmolenstraat en Schoorstraat, de andere die van Molenhoefstraat, Slimstraat, Groenstraat en Biezenmortelsestraat. Op die manier ontstaan vier kwadranten, die werden aangeduid als de wijken A, B, C en D. Het kwadrant tussen Slimstraat en Schoorstraat was wijk A, het kwadrant van Schoorstraat en Groenstraat wijk B, het kwadrant van Groenstraat en Kreitenmolenstraat wijk C en het kwadrant tussen Kreitenmolenstraat en Slimstraat wijk D. De nummering ging met de klok mee. Vervoilgens maakte men per wijk een doorlopende nummering van de woningen, eveneens met de klok mee. Dus in kwadrant A, had het gemeentehuis nummer A1, de Molenhoefstraat begon met A67, de Waalwijkseweg met A76, de Kuil met A91, de Houtsestraat met A112, de Loonse Molenstraat met A129, de Loonse Hoek met A135 en tot slot de Schoorstraat met A141 en dat liep verder op tot je weer aan het kruispunt was. In kwadrant B had de woning Schoorstraat 2 het huisnummer B1, etc.

Pas in 1954 is de wijknummering vervangen door een straatnaam met huisnummer.

Maak jouw eigen website met JouwWeb