Piet Schoenmakers 

Petrus Wilhelmus Leonardus (Piet) Schoenmakers is in Tilburg geboren op 19-6-1926 en was in eerste instantie getrouwd met Helena Verbunt. Na haar overlijden hertrouwd Piet met Catharina Maria Philomena (Toos) Hamers, de oudste zus van mijn vader. Piet is daarmee mijn oom. Hij overlijd op 20-3-1990.

Naar indie

Op basis van zijn geboortejaar wordt Piet opgeroepen als dienstplichtige van de lichting '48-1 om uitgezonden te worden naar Indië. Hij wordt ingedeeld bij het 6e Bataljon Regiment Stoottroepen die ook bekend staat onder de tactische naam '401 Bataljon Infanterie'. De 6 RS is opgericht op 2 maart 1948 in de Isabella-kazerne te ’s-Hertogenbosch.

Sibajak

Met het troepentransportschip ‘Sibajak’ vertrok het bataljon op 4 augustus 1948 vanuit Rotterdam naar Nederlands-Indië. Het kwam op 1 september aan in Tandjong Priok, de haven van Batavia. De soldaten mochten daar een middag de stad bekijken, waarna de volgende dag koers werd gezet naar de eindbestemming: Cheribon op West-Java, waar het op 3 september  aan land is gegaan.

Bron: website Indië 1945-1950

Na aankomst te Cheribon werd het bataljon gelegerd te Madjalengka waar het gedurende zes weken een voortgezette tropenopleiding volgde bij de 2e Infanterie Brigade van de "7 December Divisie. De 2e cie werd na aankomst onttrokken aan het bataljon en toegevoegd aan het BaCo.Batavia en ingezet voor wachtdiensten.
Het 401 Bataljon Infanterie maakte onderdeel uit van de F-Brigade oftewel de 41ste Zelfstandige Infanterie brigade.

Het embleem van de Brigade, een klaverblad van vier met daarachter een verticaal staande bajonet, brengt het getal 41 tot uitdrukking. Het embleem echter dat in Indië gedragen werd was afwijkend hiervan zoals op de afbeelding hiernaast te zien is.

In Indië aangekomen zijn de onderdelen van de Brigade verdeeld over midden en west Java. Op west Java kreeg de F - Brigade op 15 december 1948 het regentschap Cheribon als bataljonsvak toegewezen met o.a. posten te Ardjawinangoen, Paliman, Karangsoewoeng, Nieuw Tersana en Leuweunggadjah. Dit vak werd overgenomen van de 2e Infanterie Brigade Groep van de  7 December Divisie.

Aan de 2e politionele actie, op 19 december 1948, nam het bataljon niet actief deel. Wel werd de patrouillegang opgevoerd om te voorkomen dat vluchtende TNI onderdelen zich in het gebied zouden kunnen verschuilen. Eind januari, begin februari 1949 ontbrandde er in het gebied van het bataljon een hevige strijd tussen de TNI en aanhangers van de Darul Islam (islamitische organisatie). Maar ook de guerillastrijd tegen de Nederlanders nam in hevigheid toe.

De posten van het bataljon en de konvooiwegen stonden voortdurend bloot aan beschietingen en uitgezonden patrouilles moesten op hun hoede zijn voor hinderlagen. 

Begin april was de situatie zo verslechterd dat de 3e cie samen met een cie van 3-9 RI de konvooiweg Koeningan Tjiledoeg moest vrijmaken (actie "Havik"). Eind april volgde de brigadeactie "Zilvermeeuw". Bij deze actie werd door het bataljon de kampong Mandala gezuiverd. Op 22 juni werd 3-9 RI in de sector Koeningan afgelost door een compagnie mariniers, M-Inco. Deze marinierscompagnie kwam onder tactisch bevel van cdt. 401 BI en had posten te Koeningan, Loerahgoeng, Tjilimoes en Linggadjati.

Na een korte periode van rust laaide de strijd in juni en juli weer op. Op 25 juli 1949 werd er een grote actie ten zuiden van Babakan gevoerd waar bijna het gehele bataljon aan deelnam. Op 1 augustus werd de 1e cie van Paliman verplaatst naar Linggadjati. Tevens werd vanaf 1 augustus het bataljon aangesteld als brigadereserve. Na het 'Cease fire', op 15 augustus, keerde de rust in het bataljonsvak weer grotendeels terug. Alleen de Darul Islam bleef ondanks de wapenstilstand actief en bleef de posten en patrouilles van het bataljon beschieten. Na de wapenstilstand was het bataljon o.a. gelegerd te Linggadjati, Sindanglaoet, Leuweunggadjah, Panawoean, Nw. Tersana en Koeningan (M-Inco). Op 20 augustus verliet M-Inco het gebied en werd overgebracht naar Soerabaja. Na de soevereiniteitsoverdracht, op 29 december 1949, werden alle kleine buitenposten opgeheven en werd het bataljon teruggetrokken op Cheribon, Soetawangi, Nw Tersana en Sindanglaoet. Hier verbleef het bataljon tot aan de repatriëring.  

Nieuwsblad van het Zuiden 5-6-1950

Op 24 mei 1950 keerde het bataljon met de ‘General Greely’ (bijgenaamd de ‘General Hungry’) terug naar Nederland, waar het op 18 juni in Rotterdam aankwam.

Piet is als korporaal teruggekeerd.

General A.W. Greely


Maak jouw eigen website met JouwWeb